Tweede verblijven
In Geetbets is er een gemeentebelasting gevestigd op tweede verblijven die gelegen zijn op het grondgebied van de stad of gemeente.
Deze belasting werd ingevoerd om te vermijden dat eigenaars van woningen of gebouwen die op de leegstand voorkomen, aangifte doen als tweede verblijf om de heffing op de leegstand te ontlopen.
Bewoners van tweede verblijven betalen in de stad of gemeente geen belastingen. Anderzijds maken zij o.a. ook gebruik van de dienstverlening en infrastructuur op vlak van cultuur, wegeninfrastructuur, afvalverwerking enz. Om deze mensen ook een bijdrage te laten leveren aan de financiële behoeften van de stad of gemeente, worden zij belast op hun ‘tweede verblijf’.
De belasting op tweede verblijven kan ertoe bijdragen dat personen die hun feitelijke verblijfplaats in de gemeente of stad hebben, zich effectief laten inschrijven in de bevolkingsregisters.
Wat zijn tweede verblijven
Als tweede verblijf wordt elke private woongelegenheid beschouwd waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister maar die op elk ogenblik voor bewoning kan worden gebruikt. Het kan gaan om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans en die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.
Uitzonderingen
Als tweede verbijf wordt niet beschouwd:
- de lokalen die uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;
- garages, tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens;
- de woongelegenheden die zijn opgenomen in de registers inzake leegstand en verwaarlozing.
Tweede verblijf aangeven
De eigenaar(s) van een tweede verblijf is/zijn verplicht om aangifte te doen bij het stadsbestuur binnen de dertig dagen nadat de woning wordt gebruikt als tweede verblijf. De aangifte gebeurt aan de hand van een aangifteformulier, je kan er zelf één aanvragen of downloaden.
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf.
In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of recht van erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of erfpachthouder. De eigenaar is hoofdelijk verplicht tot de betaling van de gehele belasting. In geval van mede-eigendom is iedere eigenaar hoofdelijk verplicht tot de betaling van de gehele belasting.
Belasting
Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 400 euro per tweede verblijf.
Bij gebrek aan aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgende op de datum van de verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het dienstjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
Op de ambtshalve ingekohierde belasting zal een belastingverhoging worden toegepast van 10 % bij een eerste overtreding en 100 % en 200 % bij respectievelijk een tweede en derde overtreding.
De bedragen van deze verhoging worden gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.